In dit kunstwerk van Escher (Escher waterfall optical
illusion) is eigenlijk alles wat je ziet, onmogelijk. Het lijkt net of het
water gewoon van boven naar beneden valt, maar als je goed kijkt is dat niet
zo. Door gezichtsbedrog lijkt het dat de kanalen met water van hoogte
verschillen, maar dit is niet het geval. Door de pilaren te tekenen alsof ze
het kanaaltje ondersteunen, lijkt het net of het omhoog gaat.
Dit kunstwerk heb ik gekozen bij het boek ‘de Zonnewijzer’, omdat
in het fragment dat wij moesten lezen, het regende:
‘Kijkend naar de
neergutsende regen, die gratis het grote woonkamerraam een stevige beurt gaf,
voelde ik mij weer het kleine meisje dat achter de ramen van het ouderlijk huis
’s zomers op de vrije woensdagmiddag zielsgelukkig naar de ruisende regen had
staan kijken en naar de gorgelende goten had staan luisteren.’
Ook komt er in dit fragment de metafoor ‘gorgelende goten’
voor. Dit kon ik ook terugvinden in het kunstwerk. De wegen gevuld met water,
zijn net goten.
Leonie beschrijft het industrieterrein tegenover het huis
van de overleden Roos, als een kunstwerk van Escher:
‘Ik ging bij hem staan
en staarde naar de onstuimige lucht, staarde naar het ingewikkelde stelsel van
aluminium buizen aan de overkant van de straat op een industrieterrein. Het leek
of dat buizenstelsel door Escher was ontworpen. Ze slingerden zich om elkaar
heen, verloren zich in elkaar, doken achter kranen onverwacht weer op.’
Bij dit fragmentje past denk ik beter een ander kunstwerk
van Escher, maar in het geheel vind ik degene die ik heb gekozen toch beter
passen bij het verhaal. Het water kan namelijk staan voor tranen, de zee, het
strand, de regen, enzovoort. Het kunstwerk dat ik gekozen heb, lijkt ook
ingewikkeld in elkaar te zitten. Net als het het industrieterrein dat Leonie
beschrijft.